De partijen die de staatshervorming hebben onderhandeld, bereikten gisteren een akkoord over de financieringswet. Die wet regelt de geldstromen in ons land. Voka, het Vlaams netwerk van ondernemingen, noemt het een belangrijke stap maar zegt dat het werk nog niet af is.
“Het is goed dat de staatshervorming nu eindelijk is vertaald in wetteksten”, stelt gedelegeerd bestuurder Jo Libeer. “Maar het is jammer dat er drie jaar zal gezeten hebben tussen de eerste onderhandelingsdag en de inwerkingtreding van het akkoord. En het echte werk begint nu pas , want de regio’s moeten nog bepalen hoe ze de nieuwe bevoegdheden precies gaan invullen.” Voka roept de overheden nu op tot meer efficiëntie en tot een structurele besparing op het overheidsbeslag.
17 miljard euro wordt overgeheveld naar de deelstaten. Het gaat onder meer om belangrijke socio-economische bevoegdheden zoals het kindergeld, dienstencheques, opleidingen, doelgroepkortingen, de woonbonus en de zorg voor ouderen en personen met een beperking. Op 1 juli 2014 treedt het akkoord normaal gezien in werking. Libeer hoopt dat de wetteksten zo snel mogelijk worden gestemd in het federale parlement, zodat de voorbereiding van de uitvoering kan starten. “Voor ons hoorden meer socio-economische hefbomen voor de deelstaten steeds een prioriteit te zijn voor de federale regering. Er ligt nog veel werk op de plank, want men moet de nieuwe bevoegdheden ook omzetten in nieuw beleid. Voka zal daar tijdig voorstellen rond formuleren.”
Libeer hekelt meteen ook de lange tijd die de staatshervorming vergt: “Het Vlinderakkoord werd bereikt op 10 oktober 2011, na 459 dagen onderhandelingen. Gisteren werden de laatste akkoorden uitgewerkt in wetteksten. Nu moet alles nog gestemd worden. Als dit op 1 juli 2014 in werking treedt, hebben er we bijna drie jaar over gedaan. Dit moet sneller kunnen.”
Voka roept alle overheden in ons land andermaal op om nog efficiënter te werken. De staatshervorming koppelt immers een besparingsoperatie aan de nieuwe financieringswet. “We weten dat de overheveling van nieuwe bevoegdheden nog onvolkomenheden bevat. Maar de overheden hebben de plicht om elk op hun terrein te werken aan meer efficiëntie. Bijna 54 procent van het bruto binnenlands product gaat naar de overheid. Dat is te hoog. Niet alleen omdat een overheidsbeslag van dergelijke omvang economische groei fnuikt, maar vooral omdat de prestaties die daar tegenover staan in alle internationale vergelijkingen als te weinig bevonden worden. De overheid levert te weinig waar voor het geld dat ze krijgt. Het resultaat van de staatshervorming moet nu zijn dat het overheidsbeslag, dat leidt tot de hoge belastingdruk in dit land, structureel daalt”, zegt Libeer.
Daarbij richt Libeer zich tot alle bestuursniveaus: “De Vlaamse overheid zal haar begroting in evenwicht moeten houden ondanks bijkomende bevoegdheden, en de andere deelstaten zouden dat voorbeeld best volgen. De federale overheid moet, dankzij die inspanning van de regio’s, in staat zijn haar begrotingstekort eindelijk weg te werken. Ook de lokale overheden en de provincies moeten de tering naar de nering zetten.”